Deze paragraaf bevat zes financiële kengetallen weerstandsvermogen die elke gemeente verplicht moet opnemen. Kengetallen kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente en maken het mogelijk gemeenten onderling te vergelijken.
In het volgende overzicht worden de financiële kengetallen kort toegelicht. Vervolgens worden de Deurnese waarden van deze kengetallen berekend.
Kengetallen | Jaarstukken 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 29% | 54% | 54% | 55% | 60% | 53% |
Netto schuldquote gecorr voor alle verstrekte leningen | 27% | 52% | 52% | 53% | 59% | 52% |
Solvabiliteitsratio | 34% | 28% | 29% | 31% | 28% | 29% |
Structurele exploitatieruimte | 11,8% | 1,0% | 0,8% | 3,7% | -0,5% | 0,0% |
Grondexploitatie | 7% | 6% | 7% | 11% | 10% | 9% |
Belastingcapaciteit | 109% | 103% | 103% | n.n.b. | n.n.b. | n.n.b. |
Netto schuldquote
Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de baten (ontvangsten). Het geeft daarmee een indicatie van het beslag dat de financieringslasten op de exploitatie leggen en daarmee op de vrije ruimte in de exploitatiebegroting. Wanneer de schulden worden aangegaan voor het financieren van investeringen waarbij de financieringslasten (rente) meerjarig in de begroting gedekt zijn, dan is er sprake van een gezonde financiering.
Er wordt onderscheid gemaakt in de netto schuldquote en de netto gecorrigeerde schuldquote. In het tweede geval wordt er gecorrigeerd voor leningen die wij doorlenen.
De VNG hanteert voor de schuldquote de volgende norm:
<100% = goed
≥100% en <130% = matig
≥130% = onvoldoende
Met een percentage dat schommelt tussen de 52% en 60% zien de beide kengetallen er voor de gemeente gunstig uit. Voor de komende jaren zal hierin niet veel veranderen.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft de verhouding tussen het eigen vermogen (lees: het totaal van de algemene reserve en de bestemmingsreserves) en de totale balansomvang weer. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente.
De solvabiliteit van de gemeente zal de komende jaren niet veel wijzigen, dit komt voornamelijk door de afname van vreemd vermogen (leningen). In de komende jaren zullen er nog projecten gefinancieerd moeten worden, daarover is nu nog niet voldoende bekend. Dat kan invloed gaan hebben op de solvabiliteit van de gemeente.
Hoe kunnen we deze ratio beïnvloeden?
De balansomvang wordt bepaald door met name de materiële vaste activa (MVA, zoals gebouwen, inrichting v/d openbare ruimte e.d.). Daarnaast gaat het om de verhouding van de financiering van die MVA door eigen vermogen dan wel vreemd vermogen (leningen bij een bank).
De hoogte van de balansomvang hangt bijna volledig samen met het investeringsvolume.
Structurele exploitatieruimte
In dit kengetal komt tot uitdrukking of een gemeente over voldoende structurele baten beschikt om de structurele lasten te dekken. Dit cijfer helpt mee om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit percentage negatief is, betekend dat het structurele deel van de baten onvoldoende ruimte biedt om deze lasten te blijven dragen. Een positief percentage betekend dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de financieringslasten) te dekken. Een cijfer van rond de nul (tussen -0,4% en +0,4%) betekend dat de structurele lasten min om meer in evenwicht zijn.
Voor de komende jaren ziet de uitkomt van dit kengetal er gunstig uit.
Opmerking:
De toezichthouder (de Provincie) toetst dit kengetal omdat het uitgangspunt wettelijk structureel in evenwicht moet zijn.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitaties geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten van de gemeente. In het algemeen geldt: hoe lager dit percentage hoe beter. Wanneer een gemeente leningen heeft afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstig) woningbouwproject dan heeft zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost.
Het minst risicovol voor de gemeente is wanneer het percentage lager dan 20% is. Neutraal is een percentage tussen de 20% en 35% en het meest risicovol is een percentage dat hoger uitvalt dan 30%.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit wordt berekend door het totaal van het tarief van riool, afval en OZB (woonlasten) voor een gemiddeld gezin af te zetten tegen het landelijk gemiddelde.
Een percentage van 103% wil zeggen dat in Deurne de woonlasten 3% hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. Omdat de belastingtarieven niet bekend zijn voor de jaren 2025 en verder, zijn van deze jaren geen gegevens opgenomen.
Deze norm is een andere dan de “onbenutte belastingcapaciteitsnorm”. De daar berekende waarde geeft aan hoeveel de OZB-baten nog kunnen stijgen als wordt uitgegaan van de zogenaamde “artikel 12-norm”. In de artikel 12-norm is het uitgangspunt dat de OZB-tarieven opgehoogd kunnen worden tot 120% van het gewogen landelijk gemiddelde OZB tarief.
Conclusie
De afgelopen jaren lieten de kengetallen al een positieve ontwikkeling zien. Naar de toekomst toe wordt deze ontwikkeling voortgezet, voorzichtig kan gesteld worden dat de financiële positie van de gemeente zich gunstig blijft ontwikkelen.